‘Hé hallo! Ben je hier alleen?’
– ‘Ja.’
‘Waar kom je vandaan?’
– ‘Uit Nederland.’
‘Oh. En wat doe je daar voor werk?’
– ‘Ik ben management assistent.’
‘Van de minister-president?’
– ‘Euhm, nee. Hoezo..?’
‘Je ziet er wel uit als de management assistent van de minister-president. Waar ga je hierna naartoe?’
– ‘Naar Kawaguchiko.’
‘Oh, daar kom ik vandaan! Mijn familie woont daar.’
– ‘Nou, dat is toevallig! Maar nu woon je hier toch, bij de tempel?’
‘Ja.’
– ‘Om te studeren?’
‘Ja, maar nu even niet.’
– ‘Oh..?’
‘Het is nu te koud om te studeren. Waar hou je van in Japan?’
– ‘Nou, van heel veel. Van de steden, de natuur, de architectuur, het eten…’
‘Ah, sushi!’
– ‘Ik hou eigenlijk niet zo van sushi…’
‘Nee, ik ook niet.’
– ‘Wel van sashimi.’
‘Ik ook. Heb je Instagram?’
– ‘Ja, maar daar staan alleen maar beelden van Japan; misschien niet heel interessant voor iemand die zelf in Japan woont.’
‘Oh, maar ik ben juist heel benieuwd naar wat de management assistent van de minister-president van Nederland van Japan vindt.’
– …
‘Nou dag weer hoor, veel plezier op je vakantie!’
– ‘Dag!’