‘De Geheugenpolitie’ (Hisoyaka no Kessho) van Yoko Ogawa
“Je hoeft je niet te verontschuldigen. Het is heel moeilijk om je dingen te herinneren die verdwenen zijn.” Hij schuift de lade van het parfum weer dicht en slaat zijn ogen neer. “Ik weet er alles van. Van de schoonheid van smaragd, en van de geur van parfum. Uit mijn geest verdwijnt niets.”
Op een anoniem eiland verdwijnen dingen. Boten, vogels, rozen… En na zo’n ‘uitwissing’ verdwijnen deze dingen ook uit de herinnering van de bewoners, alsof ze nooit bestaan hebben. De meesten zijn daar gelaten onder; zo is het leven nou eenmaal en wat je je niet herinnert, mis je ook niet. Maar bij een aantal werken deze uitwissingen niet, zij behouden hun herinneringen. En worden daarom genadeloos opgejaagd door de geheugenpolitie. Een naamloze romanschrijver helpt haar redacteur onderduiken, als duidelijk wordt dat hij gevaar loopt.
Het verhaal heeft geen kaders. Vragen als, waar ligt dit eiland, hoe gaan die uitwissingen in z’n werk, waarom gebeurt dit, wat gebeurt er met de mensen die worden opgepakt, worden niet beantwoord. Dit zorgt ervoor dat je alle ruimte krijgt er zelf betekenis aan te geven.
Het is daarom niet verwonderlijk dat dit boek, oorspronkelijk geschreven in 1994 maar pas in 2019 vertaald naar het Engels, een internationaal succes werd. Het universele verhaal past in iedere tijdgeest.
Een heel bijzonder roman, dystopisch en poëtisch. Dikke aanrader voor de mijmeraars onder ons.
Vertaald door Luk Van Haute en uitgegeven door Uitgeverij Cossee (dank voor het recensie-exemplaar!).